Het niet reanimeren beleid is een complex onderwerp dat speciale overwegingen vereist bij mensen met een verstandelijke beperking. Het nemen van beslissingen met betrekking tot reanimatie bij deze groep vereist een zorgvuldige afweging van medische, ethische en juridische aspecten.
Niet reanimeren beleid en de rechten van mensen met een beperking
Het niet reanimeren beleid is gebaseerd op het respecteren van de autonomie en waardigheid van de patiënt. Bij mensen met een beperking is het van essentieel belang om hun rechten en wensen te respecteren, evenals de behoefte aan gelijke behandeling in de gezondheidszorg. Medische afwegingen door de behandelend arts zijn bij mensen met een verstandelijke beperking dus in principe hetzelfde.
Het belang van anticiperende besluitvorming
Anticiperende besluitvorming is een cruciaal proces dat de wensen en voorkeuren van mensen met een beperking verzamelt en documenteert voor toekomstige zorgsituaties. De Handreiking (Niet-)reanimatiebeleid en het addendum van de NVAVG (Nederlandse Vereniging Artsen Verstandelijk Gehandicapten) bieden richtlijnen voor het vormgeven van dit proces. Ze benadrukken het belang van een multidisciplinaire aanpak en het betrekken van familieleden en zorgverleners bij het besluitvormingsproces. De anticiperende beslissing over al dan niet reanimeren komt tot stand in dialoog tussen patiënt en arts; bij wilsonbekwaamheid is de vertegenwoordiger directe gesprekspartner.
De rol van zorgverleners en familieleden
Bij het nemen van beslissingen over reanimatie bij mensen met een beperking spelen zorgverleners en familieleden een belangrijke rol. Het is essentieel dat zij goed geïnformeerd zijn over de medische en ethische aspecten van reanimatiebesluiten. De Handreiking (Niet-)reanimatiebeleid benadrukt het belang van communicatie, het bespreken van behandelopties en het informeren van alle betrokkenen.
Ethische overwegingen en het recht op een waardig levenseinde
Bij het bespreken van reanimatiebesluiten bij mensen met een beperking moeten ethische overwegingen worden meegenomen. Het respecteren van de waardigheid van het individu en het vermijden van onnodig lijden zijn belangrijke principes in de zorgethiek. De behoeften en wensen van mensen met een beperking moeten niet worden onderschat en er dient voldoende ruimte te zijn voor maatwerk.
Wilsonbekwaamheid en beslissingsbevoegdheid
Waar wilsonbekwaamheid wordt vastgesteld ligt de eindbeslissing bij de behandelend arts omdat het een medische behandeling betreft. In situaties waarin de Arts Vertandelijk Gehandicapten (AVG) niet de (hoofd)behandelaar is, kan deze als consulent geraadpleegd worden.
Conclusie
Het niet reanimeren beleid bij mensen met een verstandelijke beperking vereist een geïndividualiseerde benadering, waarbij rekening wordt gehouden met de wensen, behoeften en rechten van de persoon in kwestie. De Handreiking (Niet-)reanimatiebeleid en het addendum van de NVAVG bieden waardevolle richtlijnen en inzichten voor zorgverleners, familieleden en beleidsmakers. Door zorgvuldige besluitvorming, anticiperende planning en inclusieve communicatie kan het niet reanimeren beleid bij mensen met een beperking op een ethisch verantwoorde manier worden vormgegeven, waarbij het recht op een waardig levenseinde wordt gerespecteerd.
In alle situaties ligt de verantwoordelijkheid voor de uiteindelijke medische beslissing rond reanimatie bij de arts-hoofdbehandelaar. De arts kan in geval van wilsonbekwaamheid een ‘niet reanimatiebesluit en medisch beleid’ opstellen waarin de behandelingsbeperkingen, waaronder niet reanimeren, worden vastgelegd. De wettelijk vertegenwoordiger kan daarmee de bevoegdheid krijgen om voor de persoon in kwestie een niet reanimeren penning aan te vragen.